Een ouderwetse vete als die tussen Steve Jobs en Bill Gates, zo zou je de strijd tussen Edison, Tesla en hun concurrenten kunnen noemen die zich in deze pageturner voltrekt. Die eerste twee worden regelmatig aangehaald. Alles draait om het patent voor de gloeilamp en de vraag wie nou eigenlijk de eerste was. Tel bij die spanning nog een romance op tussen de jonge, ambitieuze advocaat Paul en operazangeres Agnes en je hebt een smeuïge historie die op feiten berust. Een kolfje naar mijn hand
Ze nam nog een trekje van haar sigaret. ‘Nikola Tesla arriveerde in Manhattan met… ja wat… een paar stuivers in zijn zak? Hij was dakloos. Hij had geen baan, geen connecties, geen familie of vrienden waarop hij zich kon verlaten. Weet u wat hij had?’ Ze gebaarde naar haar hoofd. ‘Zijn geest. Zijn wereldvreemdheid heeft hem gemaakt tot wat hij is. Hij is niet de beroemdste uitvinder en tegenpool van Thomas Edison geworden door het spel zo goed te spelen; hij deed het door te weigeren te spelen. En als iemand die zelf erg goed heeft gespeeld, respecteer ik hem daarvoor. Ik zou dolgraag willen leven in een wereld waarin mensen als hij niet worden fijngekauwd en uitgespuugd.’
‘En Henry La Barre Jayne?’ vroeg Paul, ‘zou hij het daarmee eens zijn?’
Hij had de naam nog nooit hardop tegen haar uitgesproken. Zijn stem klonk kregelig, zelfs in zijn eigen oren.‘U hebt klaarblijkelijk een hoop meningen over iemand over wie u niets weet.’
Citaat pagina 262, vertaler Henny van Gulik
Iets soortgelijks?
Jean Echenoz – Flitsen
Caleb Carr – Ontmaskering
Steve Jobs – film – met Michael Fassbender
STUKGELEZEN 